Geschreven door Mw. Wilma Steenbergen ALMERE
‘De afkeer die Amsterdammers en mensen uit ’t Gooi soms voelen bij Almere begrijp ik wel. Zij koesteren dierbare herinneringen aan hun woonomgeving. Die school, dat kerkje, het cafeetje uit hun jeugd. Mijn goede herinneringen liggen deels in het Afghanistan van vroeger, en deels in het Almere van nu. Dat geldt voor veel nieuwkomers, en dat maakt dat zij snel kunnen aarden in een jonge, groeiende stad.’ Aan het woord is huisarts Ahad Quraishi, die eind 1997 het roerige Afghanistan verruilde voor de polderstad Almere. ‘In Afghanistan was ik arts. Ik had een eigen kliniek, daarnaast werkte ik als oorlogschirurg in een ziekenhuis. In de jaren negentig kwam de Taliban aan de macht. Het is voor mij nog steeds moeilijk om over die tijd te praten. Ik kan er niet meer over zeggen dan ik bepaald niet gelukkig was met de Taliban, en zij nog minder met mij. Daardoor had ik geen enkele overlevingskans. Als er een kans was geweest in leven te blijven in Afghanistan, dan had ik die gegrepen. Mijn vlucht bracht mij hier, het was eind 1997.’ Cum laude ‘Mijn artsendiploma was in Nederland deels geldig, ik heb nog vier jaar verder moeten studeren aan de universiteit. Dat ging mij gemakkelijk af, de basis van geneeskunde bestaat voor een deel uit Latijn en in mijn jonge jaren studeerde ik cum laude af. Omdat het genezen van de mens mijn roeping is, besloot ik mij in Nederland te specialiseren als huisarts. Want een huisarts staat aan het begin van de keten. Ik zie mensen met pijn, met onzekerheden, met angst soms. Het stellen van een diagnose is een stap op weg naar genezing, maar soms is oprecht en aandachtig luisteren naar de man of vrouw al voldoende. Huisarts is een fantastisch vak. Als ik het opnieuw zou moeten doen, dan koos ik weer voor dit beroep.’ ‘In oorlogssituaties ben je niet bezig met wetenschappelijke onderzoeken. Als oorlogsarts werkte ik volgens heel andere normen dan hier. Soms had ik na een bomaanslag de zorg voor twintig zwaar gewonde patiënten. Mijn prioriteit was in de eerste plaats het leven van de patiënt behouden. De kwaliteit van het behouden leven kwam op de tweede plaats.’ ‘Een arts is een wetenschapper, en een huisarts is dat ook. Er zijn richtlijnen, protocollen en procedures. Na elke stap trek je conclusies en sluit je zaken uit. Naar aanleiding van de uitkomst ga je behandelen. Toch vallen patiënten soms buiten de richtlijnen. Ondanks de goede uitslagen zijn zij ziek. Dat is te zien, maar ik voel dat soms ook aan. Ik noem dat het ‘niet-pluis’ gevoel, en nooit zal ik dat negeren. Al een aantal keer heeft mijn ‘niet-pluis’ gevoel het leven van een patiënt gered.’ ‘Ik ben een sociaaldemocraat en een humanist. Vanuit dat gedachtegoed ben ik arts en medemens. Ik vind dat rijkdom gedeeld moet worden, en daarmee bedoel ik rijkdom in kennis, tijd en geld. Zelf ben ik actief in de stichting Kans4you. Mensen van verschillende nationaliteiten zetten zich in om het leven van de zwakkere medemens te verlichten. Wij staan daarbij voor gelijkheid, rechtvaardiging en solidariteit. Het grootste gevaar dat een samenleving loopt is polarisatie. Het buitensluiten en veroordelen van bevolkingsgroepen schaadt een samenleving en jaagt vooral de hoogopgeleiden weg uit Nederland. In Afghanistan maken we de vergelijking met een vuist. Een hand bestaat uit verschillende vingers. Lang, kort, dik en dun, en samen vormen zij een sterke vuist. Om samen sterk te zijn hoeven we niet op elkaar te lijken.’ Almere ‘Bij toeval kwam ik in Almere terecht. Tijdens de stageperiode werd ik gekoppeld aan een praktijk in Almere. Ik wist niets van Almere, maar ik vond het direct een leuke stad. Het nieuwe, het moderne, het doordachte van Almere trok mij aan. De combinatie van stad, natuur en infrastructuur is echt goed bedacht. Als ik het zou mogen bedenken, dan zou ik het ook zo doen. Het multiculturele maakt Almere in zekere zin ruimdenkend en onbekrompen. Ik ben echt trots op deze stad, Almere geeft mij overduidelijk een thuisgevoel. Met de kinderen zijn wij op vakantie geweest naar Afghanistan. Dat was leuk, maar ook spannend. Wat treffen we aan, hoe zal het zijn? En zelfs; keren wij gezond en wel terug? Vlak voor ons vertrek stonden onze dierbare Nederlandse vrienden voor de deur. Onaangekondigd, zoals het hoort. Om ons een goede reis te wensen, en een behouden thuiskomst. De wetenschap dat er thuis vrienden op ons wachten is ontroerend en hartverwarmend. Thuis in Almere.’